26-08-2016 6 min. Patrick van Haren

Beneden-Leeuwen, historie en toekomst

Beneden-Leeuwen, historie en toekomst

Deel 1 – Het oorlogsfront

In samenwerking met de stichting Herdenking Gesneuvelde Stoottroepen gaat Blik op Beneden-Leeuwen de komende weken ruimschoots aandacht besteden aan de Herdenking Gesneuvelde Stoottroepers welke dit jaar in gewijzigde vorm gaat plaatsvinden ten opzichte van voorgaande jaren.

Om de herdenking levend te houden en tevens de plaatselijke bevolking meer te betrekken bij de herdenking, die jaarlijks op de tweede zondag van oktober in Beneden-Leeuwen plaatsvindt, gaan we de komende weken de historie toelichten over de rol die de Stoottroepers hebben vervuld in de Tweede Wereldoorlog in onze regio. We doen dit door het publiceren van een drieluik. De tekstuele inhoud van het verhaal en de daarbij behorende afbeeldingen zijn beschikbaar gesteld door de hoofdredactie van het magazine Strijdend Nederland. Vandaag in het eerste deel de uitbraak van de Tweede Wereldoorlog, de relatief rustige eerste drie oorlogsjaren, die na de meistaking van 1943 grimmiger werden.

Inleiding
Sinds 1946 wordt op de tweede zondag in oktober in Beneden-Leeuwen de herdenking gehouden voor de gesneuvelde Stoottroepers. Bij de volgende herdenking zal de herdenking enkele wijzigingen ondergaan. Reden voor de redactie om aan de herdenking en de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog een drieluik te wijden. Hierbij werd gebruik gemaakt van bronnen als: het boek ‘Tussen Waal en Wetering’ over 100 jaar parochie Beneden-Leeuwen (november 2000), en het boekwerkje ‘Het heden streeft naar waar herinnering leeft’ samengesteld door de heer P.F.M. van Abeelen (oktober 1995). Dit boekje is destijds uitgegeven ter gelegenheid van de 50ste herdenking van Gesneuvelde Stoottroepers in Beneden-Leeuwen.

Stoottroepers

Een van de afbeeldingen die te zien zijn bij de herdenkingskapel in beneden-Leeuwen is een voorstelling van een gezin dat de angst van de oorlog beleefde.

Maas en Waal
Het dorp Beneden-Leeuwen is in de historie meerdere keren geconfronteerd met overstromingen, maar ook gedurende de oorlogsjaren 1940 – 1945 zijn de inwoners flink op de proef gesteld en is er veel gebeurd. Pastoor Zijlmans van de Alphonsusparochie hield er een dagboek op na. Hij geeft ons als het ware een ooggetuigeverslag van wat zich afspeelde in Beneden-Leeuwen. Daarmee komt de realiteit van wat er toen gebeurde al lezende ineens een stuk dichterbij.

Stoottroepers

Pastoor Zijlmans van de Alphonsusparochie.

Pastoor Zijlmans schrijft:
Donderdagavond 9 mei 1940 om ongeveer 10 of 11 uur zijn er alarmerende berichten. Men verwachtte die nacht een aanval door de Duitsers. Om middernacht werd er groot alarm geslagen. Ongeveer een miljoen Duitsers hadden zich aan de grens geconcentreerd met zwaar geschut. Alle mannen moesten naar de linie. Des morgens om 4 uur werden wij reeds gewekt door het geweldige gedreun van het afweergeschut. De lucht zat vol met vliegtuigen. Spoedig kregen wij bericht van het stafkwartier: De Duitsers zijn ons land binnen gevallen en naderen Nijmegen.

Toen kwam het bevel om te evacueren. De mensen verzetten zich hevig tegen dit bevel dat voor hen betekent dat temidden van het zich terugtrekkende leger, zonder vervoermiddelen en met de kans beschoten te worden, over de Waal moesten vertrekken. Uiteindelijk werd er toestemming gegeven naar Alphen te gaan en eventueel vandaar uit verder uit te wijken naar Brabant.

Pastoor Zijlmans schrijft hierover:
Het was een treurige uittocht. Karren, wagens, fietsen, handwagentjes en enkele auto’s met daartussen vele lopende vrouwen, mannen en kinderen. Allen met pakken beladen om zo de meest waardevolle of noodzakelijke spullen bij zich te houden, zich moeizaam voortbewegend langs de stoffige wegen. De meesten waren al vanaf vrijdagmorgen vier uur op de been geweest. Eerst was er het afweergeschut, het vliegtuiggeronk, het schieten met mitrailleurs, het onzekere verblijf op de schepen aan de Waal, het doorlopend krijgsrumoer, dan het inpakken en evacueren te voet. De meesten waren al drie dagen niet uit hun kleren geweest. Woensdagmorgen werd er een wapenstilstand afgekondigd.

Intussen is op de Grebbeberg een dramatische en ongelijke strijd ontbrand. Uit Beneden-Leeuwen sneuvelen daar twee inwoners.

Meistaking 1943
Zijn de bezetters in het begin nog tamelijk vriendschappelijk ten aanzien van de Nederlanders, hun maatregelen, geboden en verboden werden steeds ingrijpender en dwingender. De vrijheid van de burgers werd meer en meer beknot. Een groot deel van de beroepsbevolking van Beneden-Leeuwen was werkzaam in meubelfabrieken, scheepswerven, mandenmakerijen en klompenmakerijen.

Pastoor Zijlmans schrijft:
Ook in onze parochie begon men vrijdag te staken en er ontstonden relletjes. Men plunderde melkwagens enz. Toen kwam het bevel: maandag allen aan het werk of anders de doodstraf. Het standrecht werd ingevoerd. Men ging echter niet aan het werk. Maandag arriveerde rond 10 uur een hele troep Duitsers met de Gestapo. Vele patroons en werklieden werden naar het gemeentehuis gesleurd en daar op beestachtige wijze mishandeld.

Getuigen zagen dat soldaten voorbereidingen aan het treffen waren om de daders ter plekke ‘an die Wand zu stellen’. Het was directeur Jan Walraven die met zijn bemiddeling voorkwam dat er veel meer mensen ter dood werden veroordeeld. Vijf mensen, onder wie Jan Walraven, werden uiteindelijk ter dood veroordeeld waaronder nog twee andere parochianen.

Stoottroepers

Zuster Antonio kijkt toe vanuit het elisabeth gesticht als marcherende stoottroepers passeren.

Oorlogsfront 1944-1945

Tijdens de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog was het ‘Land van Maas en Waal’ tot 10 oktober 1944 eigenlijk niemandsland.

De bevolking zuchtte onder het juk van de Duitse bezetting. Niet alleen worden voedsel, kleding, huisraad, brandstof schaarser en schaarser, maar ook de verordeningen waardoor mensen voortdurend in angst leven om opgepakt en neergeschoten te worden, maken dat het leven ondraaglijk wordt.

Op 18 september 1944 werd Eindhoven bevrijd met behulp van verschillende illegale groeperingen. Menigeen beschouwde zijn of haar taak toen als afgelopen, maar anderen wensten verder mee te werken aan de bevrijding van de rest van Nederland. Peter Zuid (Borghouts) had van Z.K.H. Prins Bernhard, bevelhebber van de Nederlandse Strijdkrachten, opdracht gekregen om in de bevrijde gebieden, Stoottroepcompagnieën samen te stellen, die actief wilden deelnemen aan de verdrijving van de bezetter. Aldus werd de 1ste Compagnie Stoottroepen opgericht.

Pastoor Zijlmans schrijft:

Maandag 18 september zaten we te wachten op de bevrijding. Velen gingen die dag naar Wijchen om de bevrijders te zien en feest te vieren. Toen kwam het geheime leger in actie. Men zag de jongens door de straten trekken met een band om de arm met het woord oranje erop. De bewapening was slecht maar de moed groot. Wij waren in lange nog niet vrij. De Duitsers lagen nog altijd aan de veren in Tiel en Druten die ze in hun macht hadden. Ze konden dus altijd overkomen, zelfs met tanks.

Vanaf 21 september 1944 waren er overdag weliswaar verkenningseenheden van de Engelsen en de Prinses Irene Brigade in het gebied, maar deze vertrokken ’s avonds weer naar het meer oostelijk gelegen Wijchen. Voor de beter uitgeruste en geoefende Duitser was het heel eenvoudig om de Waal over te steken en de bevolking te terroriseren door moord en brandstichting. De bewaking van de Waaldorpen werd overgelaten aan de ‘ondergrondse’ jonge mannen uit de eigen streek. Ze waren slecht bewapend en hadden geen ervaring. Bovendien waren zij gering in aantal, waardoor het slechts mogelijk was om op enkele plaatsen, zoals de dijken van Druten tot voorbij Dreumel, te bewaken.

Stoottroepers

Hotel Jurriëns fungeerde als hoofdkwartier voor de Stootroepers in de laatste periode van de Tweede Wereldoorlog.

De Duitsers nemen harde represailles op de acties van de ondergrondse en de Stoottroepen. In Wamel werden 15 mensen uit hun huizen gesleurd en in Tiel tegen de kademuur doodgeschoten. Geregeld komen ze de Waal over, steken huizen in brand en schieten mensen neer.

Pastoor Zijlmans schrijft:

*Vrijdagavond 6 oktober des avonds om half- twaalf wordt er geweldig aan de bel getrokken. Men roept: “Alles staat aan de dijk in brand!” En jawel. De Duitsers waren overgekomen met een overmacht aan bewapening waartegen men niets kan doen. Onze jongens stonden machteloos.*Met handgranaten en fosfor staken ze de hele dijk in brand. Ze begonnen bij de Wamelse Pas en eindigden aan de Tesstraat te Boven–Leeuwen . Er brandde die nacht 42 huizen af. De dijk was veel te lang om hem goed te kunnen bewaken.

Vanaf die dag meldt de pastoor dagelijkse beschietingen en verwoestingen.

Volgende week in deel 2 gaan we verder in op de inzet van de Stoottroepers in onze regio gedurende de laatste oorlogswinter.


Als eerst op de hoogte?
Schrijf je in voor de wekelijkse nieuwsbrief en je bent als eerst op de hoogte van het laatste nieuws.